Interne aansprakelijkheid

Interne aansprakelijkheid

Deze pagina geeft een overzicht van de verschillende aansprakelijkheden die een bestuurder van een ondernemingsrechtspersoon bedreigen als hij zijn taak niet goed vervult. Aansprakelijkheid tegenover de rechtspersoon kan zich voordoen zowel in faillissement als daarbuiten. In alle gevallen gaat het om schade die de onderneming lijdt en waarvoor de bestuurder persoonlijk aansprakelijk wordt gehouden. Vaak ontstaat die situatie als de aandeelhouders zich niet kunnen verenigen met de koers die de bestuurder vaart, waarna de gewraakte bestuurder wordt ontslagen en zijn opvolger het gevoerde beleid eens goed onder de loep neemt. Zo’n bestuurswissel kan er toe leiden dat een bestuurder zelfs jaren na zijn vertrek nog met een aansprakelijk­stelling wordt geconfronteerd.

Behoorlijke taakvervulling
Iedere bestuurder van een onderneming / rechtspersoon moet zijn taak behoorlijk uitvoeren. Dat betekent dat hij nauwgezet, gewetensvol en in het belang van de onderneming moet handelen. Doet de bestuurder dat niet en handelt de bestuurder onbehoorlijk, dan kan de onderneming die bestuurder aansprakelijk stellen voor de schade die de onderneming lijdt. De vraag wanneer van onbehoorlijke taakvervulling als bestuurder sprake is, is complex en behoeft deskundige analyse. Waar de grens tussen een behoorlijke en een onbehoorlijke taakvervulling ligt, moet van geval tot geval door een gespecialiseerde advocaat worden bekeken. Want ook de rechter zal die vraag moeten beantwoorden en van diens antwoord hangt de aansprakelijkheid af.

Aansprakelijkheid kan in beeld komen als de bestuurder bijvoor­beeld meewerkt aan een uitkering aan de aandeelhouders terwijl het eigenlijk financieel (te) slecht met de onderneming gaat. In dat geval wordt het vermogen van de onderneming uitgehold, waarvoor de bestuurder van de onderneming aansprakelijk kan worden gehouden. Foute bedrijfsbeslissingen, zoals het doen van volstrekt onrendabele investeringen, kunnen er ook toe leiden dat bestuurder met aansprakelijkheid word geconfronteerd. Ook doen zich regelmatig gevallen van aansprakelijkheid voor in ondernemingen waarin de bestuurder tevens grootaandeelhouder is en waarbij de bestuurder tegen de zin van de minderheidsaandeelhouders zaken van de onderneming aan zichzelf of aan een bevriende onderneming verkoopt. En in de recente zaak naar aanleiding van het faillissement van Ceteco in 2000 kwam nogmaals duidelijk naar voren dat bestuurders en commissarissen die van de hoed en de rand weten, maar toch nalaten in te grijpen als duidelijk is dat de interne organisatie van de onderneming niet meer berekend is op zijn omvang, aansprakelijk zijn als het vervolgens mis gaat. Dat zijn allemaal voorbeelden van onbehoorlijke taakvervulling.

 

Als er fouten zijn gemaakt in het bestuur, dan zijn alle leden van dat bestuur aansprakelijk. Een individuele bestuurder kan niet aan aansprakelijkheid ontsnappen door de schuld op een andere individuele bestuurder af te schuiven. Iedereen die in een meerhoofdig bestuur zit, is in beginsel voor het geheel aansprakelijk, ook al was hij zelf niet bij de foute beslissingen aanwezig. Verder kan de stelling dat een bestuurder niet direct bestuurder is van een rechtspersoon, maar via een andere rechtspersoon, hem in beginsel niet baten. Bestuurders kunnen, bijvoorbeeld in concernverhoudingen, aansprakelijkheid dus niet ontlopen door het “tussenschuiven” van een of meer rechtspersoon-bestuurders. Ook door te zeggen dat hij niet beschikte over bepaalde kennis of vaardigheden, kan een bestuurder zich in beginsel niet bevrijden. Wie bestuurder wordt van een onderneming moet zijn gehele bestuurstaak goed en deskundig uitoefenen. Hij moet uitsluitend het belang van de onderneming dienen en mag daarbij zijn persoonlijke belang niet laten meewegen.

Het is gezien deze risico’s van belang dat een deskundige u vooraf adviseert over de gevolgen van uw aanvaarding van een positie als bestuurder. Ook indien u zelf een bestuurder aansprakelijk wilt stellen, hebt u deskundig advies nodig. De voorgeschiedenis en handelwijze van de bestuurder zal dan volledig onder de loep worden genomen, zodat u zicht krijgt op de kans van slagen van een mogelijke aansprakelijkstelling.

Wanbeleid binnen het bedrijf
Als een bestuurder of andere functionaris in de fout gaat, kunnen er behalve aansprakelijkheid nog andere gevolgen zijn. In Nederland is er een gespecialiseerde rechter – de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam – die belast is met onderzoeken naar ondernemingen die mogelijk een onjuist beleid voeren. Zo’n onderzoek wordt een enquête genoemd. Een enquête bij een onderneming kan aan de rechter worden gevraagd door onder andere aandeelhouders, door vakbonden of door een curator. Het enquêterecht komt vaak in de publiciteit. Zo hebben grote onderzoeken bij de bank ABN AMRO, bij baggeraar HBG en bij vastgoedfonds Rodamco veel stof doen opwaaien. Niet alleen bij beursgenoteerde ondernemingen, maar vooral ook bij middelgrote ondernemingen en in het MKB is de enquête een effectief en veelgebruikt middel om openheid te verkrijgen, orde op zaken te stellen en verstoorde verhoudingen binnen een onderneming te saneren.

Als er twijfels zijn of een juist beleid wordt gevoerd binnen een onderneming kan een enquête-onderzoek worden gevraagd. Dat kan bijvoorbeeld als er sprake is van een impasse in de besluitvorming. Een dergelijke impasse kan het gevolg zijn van een conflict tussen bestuurders dat niet opgelost kan worden. Ook is vaak een onderzoek mogelijk wanneer informatie wordt achtergehouden voor minderheidsaandeelhouders, of wanneer onvoldoende openheid van zaken wordt gegeven bij een mogelijke verstrengeling tussen privébelangen van bestuurders en het belang van de onderneming.

Als uit het onderzoek blijkt dat er sprake is van gegronde redenen om aan een juist beleid te twijfelen, kan de Ondernemingskamer onmiddellijk allerlei maatregelen treffen om de orde in de onderneming te herstellen. De Ondernemingskamer kan bijvoorbeeld bestuurders of commissarissen schorsen, aandeelhouders de toegang tot de vergadering ontzeggen of een onafhankelijke derde benoemen als men er samen echt niet meer uitkomt. Als na de onmiddellijke maatregelen nog meer sanering noodzakelijk is kan de Ondernemingskamer ingrijpende maatregelen treffen, zoals het ontslaan van bestuurders of commissarissen, het tijdelijk overdragen van aandelen aan een onafhankelijke derde en zelfs in uiterste gevallen het ontbinden van de onderneming.

Het enquêterecht mag zich de afgelopen jaren in een zeer warme belangstelling verheugen van betrokkenen bij ondernemingen van allerlei aard. De advocaten van Borsboom & Hamm N.V. kunnen u op dat terrein deskundig bijstaan, zowel in de adviesfase als in een procedure voor de Ondernemingskamer. Of u nu zelf ondernemer bent en geconfronteerd wordt met een tegen u gericht enquêteverzoek, dan wel wanneer u aandeelhouder bent en zelf een enquête wilt verzoeken bij een onderneming. De heer Mr. C.F.W.A. Hamm is specialist op het gebied van het enquête­recht en heeft vele procedures voor en tegen ondernemingen gevoerd bij de Ondernemingskamer. De deskundige advocaten bij Borsboom & Hamm N.V. voorzien u ter zake graag van advies.

Aansprakelijkheid voor onjuist verrichte vennootschappelijke rechtshandelingen
Er bestaan naast de bovengenoemde vormen van aansprakelijkheid verschillende aansprakelijkheden voor onjuist uitgevoerde handelingen door de vennootschap. Zo mag een naamloze of besloten vennootschap bijvoorbeeld alleen onder bepaalde voorwaarden eigen aandelen inkopen, en mogen er alleen uitkeringen worden gedaan als het eigen vermogen na de uitkering nog boven een bepaald minimumniveau blijft. Ook mag de onderneming nooit meer dan een bepaald maximum aantal eigen aandelen verkrijgen. Daarmee wordt voorkomen dat het vermogen van het bedrijf wordt uitgehold. Als de bestuurder deze voorwaarden niet naleeft en toch meewerkt aan het inkopen van eigen aandelen of aan het doen van uitkeringen, dan kan hij aansprakelijk zijn voor alle schade die daardoor ontstaat.

Het is daarom van groot belang dat u van tevoren deskundig advies inwint of dergelijke handelingen in uw onderneming mogen plaatsvinden. Of wellicht bent u zelf aandeelhouder en hebt u gehandeld met een onderneming die blijkt onwettig uw aandelen te hebben ingekocht of op onjuiste wijze een uitkering te hebben gedaan, waardoor u schade lijdt.